Proefproject: Onderzoek naar veenmos teelt op zwartveen
Sinds eind 2015 wordt in het natuurgebied Provinzialmoor ten noorden van Twist onderzoek gedaan naar de veenmosteelt op de afgeturfde zwartveengebieden. Er werden 2 experimentele percelen van elk 5 ha in het Provinzialmoor op een vernattingsgebied en in het afturfgebied van Drenth. Het bijzondere aan dit project is dat de experimenten worden uitgevoerd op zwartveen. Dit is sterk aangetast en maakt door een verminderd poriënvolume een optimale irrigatie en dus de groei van veenmos moeilijker. Juist de zwartveengebieden zijn in grote hoeveelheden beschikbaar nadat de turfwinning was afgerond. De waterstand voor veenmosgroei kan op de proefvelden worden geregeld door middel van een fijnmazig kanaalsysteem (zogenaamde ‘Grüppen’). Verschillende soorten veenmos (lat. Sphagnum) werden verspreid vanuit verschillende donorgebieden - de gebieden werden als het ware "geënt" met veenmos. Om een geschikt microklimaat te creëren voor de groei van de mossen en om ze te beschermen tegen het weer, werden ze bedekt met stro. Deze proef met een paludicultuur (d.w.z. natte landbouw) voor de vermeerdering van veenmos wordt uitgevoerd door de substraatfabrikant Klasmann-Deilmann GmbH (Gr. Hesepe) samen met de Leibniz Universiteit van Hannover en het Thünen-Instituut Braunschweig. Het project wordt gesubsidieerd en ondersteund door de Duitse Federale Stichting voor Milieu en de Staat Nedersaksen. Naast het vermogen van de veenmossen om "voet aan de grond te krijgen" op de proefpercelen, worden de groeiomstandigheden en de impact van de teelt op de uitstoot van broeikasgassen en de biodiversiteit onderzocht: Zorgt de doelgerichte teelt van veenmos voor een nieuw leefgebied voor de bewoners van de veengebieden?
Naast de proefgebieden in het Provinzialmoor en de Drenth worden ook renaturatie gebieden zonder toepassing van veenmos en bijna-natuurlijke veengebieden als referentie onderzocht en worden de resultaten met elkaar vergeleken.