Paddenstoelen langs de weg
Wie gaat wandelen met Eugen Pawlowski komt niet erg ver: Op een stukje route van 100 meter heeft hij onderweg al ontelbaar veel paddenstoelen gespot.
De verschillende soorten zijn te herkennen aan de vorm van de hoed, soort lamellen, porositeit of elasticiteit van de steel en soms ook aan de hand van de geur. Wie kent hem niet: het eekhoorntjesbrood! Hij behoort tot boleten (Boletaceae). Dat is de naam van de familie van paddenstoelen die onder hun hoed geen lamellen hebben maar een stelsel van fijne buisje waar, als ze rijp zijn, de sporen uit vallen. Veel van deze boleten zijn eetbaar, maar er zijn ook een paar soorten die misselijkheid veroorzaken of giftig zijn. In het Papenbusch bij Meppen groeit de roodsteelfluweelboleet (Xerocomus chrysenteron). Deze eetbare paddenstoel heeft een vrij neutrale smaak en geur en is vaak in loofbossen te vinden. Hij wordt redelijk snel zacht, waardoor hij minder geliefd is bij paddenstoelenplukkers. Een andere telg uit de boletenfamilie, de gele ringboleet (Suillus grevillei), die onder lariks groeit, is alleen eetbaar als het slijmerige deel van de hoed is verwijderd.
De bossen in het Natuurpark zijn ook rijk aan fopzwammen (Laccaria), waarvan de schubbige fopzwam en de amethistzwam (ook wel: rodekoolzwam) de meest bekende zijn. Deze fopzwammen hebben duidelijke lamellen, net als de parasolzwam (Macrolepiota procera) die gigantische afmetingen kan bereiken. Fopzwammen en parasolzwammen zijn geliefd bij plukkers. Eugen Pawlowski wijst op de gewone zwavelkop (Hypholoma fasciculare), die in groepjes aan de voet van dode bomen langs de weg groeit. Hij vormt donkere sporen in de lamellen, die kenners gebruiken om deze soort te onderscheiden van andere soorten in de zwavelkopfamilie: Onder uv-licht zullen de lamellen van de gewone zwavelkop groen oplichten – een duidelijk herkenningsteken! Deze soort is bitter en giftig en veroorzaakt misselijkheid en braken. Beslist niet geschikt voor in de keuken dus!
Heel opvallend van uiterlijk zijn de geweizwam (Xylaria hypoxylon) en het felgekleurde koraalzwammetje (Calocera), dat zijn oranje kleur dankt aan carotenoïden.Het zijn zogeheten zakjeszwammen, met inwendige sporen, die op het eerste gezicht aan koraal doen denken. Anders dan koraal zijn ze buigzaam en elastisch. Ze groeien op rottende stronken en takken en bieden met hun geweiachtige vertakkingen en oranje kleur een bijzondere aanblik. Ook een opvallende paddenstoel is de witte kluifzwam (Helvella crispa). Als je niet goed kijkt, denk je dat iemand zijn zakdoek heeft laten vallen…! Eén ding maakt deze wandeling met een paddenstoelenkenner duidelijk: Om de bijzonderheden van de natuur te kunnen ontdekken moet je goede ogen en een aandachtige blik hebben.