TWI038 - Reihenweg

Schoeningh sin dorf- Anlage einer Moorkolonie an den Reihenwegen

De heidekolonie Schöninghsdorf werd in 1872 opgericht midden op de heide tussen de heidedorpen Twist en Hebelermeer.
 
Kapitein Eduard Schöningh kocht met steun van zijn broer Ferdinand Schöningh, een succesvolle uitgever, heidevelden tussen Twist en Hebelermeer, terwijl hij wist dat de Pruisische regering plannen had voor de aanleg van het Zuid-Noordkanaal. Deze beloofden een vroege verbinding met de beschaving.
 
Dus begon hij met de bouw van een veenkolonie in het midden van het hoogveen, dat zijn landgoed zou worden in overeenstemming met zijn officiersstatus. Met het oog op de turfwinning en het daaropvolgende agrarische gebruik van het land plande Eduard aanvankelijk een landhuis met gepachte individuele boerderijen. Daartoe verwierf hij vanaf 1872 samen met een aantal notabelen uit Meppen 450 hectare heide en breidde dit later uit tot 1500 hectare. In 1875 stichtte hij een heidekolonie in drie terrasvormige wegen met elk acht nederzettingen. Het zuid-noordkanaal kwam echter pas 20 jaar later gereed en daarmee ook de verbinding met de omgeving. Als gevolg daarvan konden de pachters tot die tijd slechts een armzalig bestaan leiden op het hoogveen.
 
De ontwikkelingen veranderden met de aanleg van het Zuid-Noordkanaal, toen de Pruisische regering vanaf 1900 aan de andere kant van het kanaal een experimentele veenkolonie vestigde. Dit was veel winstgevender dan de veenkoloniën op het landgoed Schöninghsdorf. De pachters gaven het op en sloten zich in 1904 aan bij het staatscentrum voor veenonderzoek. Dit beheerde experimentele gebieden voor veenkolonisatie in het provinciale veen op het landgoed Schöninghsdorf.  Van de oorspronkelijke rijtjesnederzetting zijn alleen de straatnamen van de rijen overgebleven. De voormalige huizen van de eerste veenkolonisten waren zo miserabel dat ze allemaal verdwenen zijn.