Ik ZIE: "Een berkenbos achter het hoogveenmuseum en een wandelpad dat rond het hoogveenmuseum loopt..."
Berken - vloek of zegen?
In het hoogveen zijn berkenbomen onderwerp van verhitte discussies: Het primaire berkenbos is het berkenveenbos, dat voorkomt aan veenranden (zogenaamde randhellingen) of in hoger gelegen gebieden in hoogveen. Dit wordt bevolkt door de moerasberk (Betula pubescens), een familielid van de anders veel voorkomende zandberk (Betula pendula). De twee berkensoorten zijn te onderscheiden door de pluizige haren op de jonge takken van de moerasberk en de afgeronde bladranden in vergelijking met de gekartelde bladeren van de zandberk.
Zuivere moerasberkenbossen op hoogveen zijn FFH-beschermde gebieden, wat betekent dat het speciaal beschermde landschapselementen zijn. In het Emsland komen deze alleen voor als gevolg van de verdroging van het veen als zogenaamde secundaire berkenbossen. Integendeel: dichte berkenopstanden op verdroogde veenlichamen verdampen meer water dan uitgestrekte opstanden van typische hoogveenvegetaties. Als gevolg daarvan bevorderen ze de verdere uitdroging van de venen. Daarom is het verwijderen van jonge bomen en struiken als onderdeel van renaturalisatieprojecten in hoogveen altijd uitgevoerd als een basismaatregel naast het vasthouden van water.
Tegenwoordig weten we dat dit meestal alleen maar leidt tot nog meer berken. Berken verwijderen heeft alleen zin als er van tevoren voor drainage en bevochtiging wordt gezorgd en alleen op locaties waar lichtafhankelijke, typische heidevegetatie aanwezig is. Dit kan worden verholpen door de bomen te ontwortelen, waardoor ze langzaam afsterven, en door de berkenbomen geïsoleerd te verwijderen.
In het Moormuseum leren bezoekers de berken vanuit een ander perspectief kennen: De junior rangers van het Moor Nature Park halen berkensap uit de bast - dit is een eeuwenoud middel uit de schatkamer van de volksgeneeskunde. Het sap kan op vele manieren worden gebruikt, bijvoorbeeld als schoonheidselixer voor gezond, glanzend haar en/of als een bron van gezondheid voor een goede spijsvertering en/of een reinigingskuur in de lente. De moderne kruidengeneeskunde gebruikt berkenbladeren voor hun vochtafdrijvende, nier- en blaasstimulerende eigenschappen. Ze hebben een ondersteunende werking bij urineweginfecties, jicht, cellulitis, oedeem, dermatologische en reumatische aandoeningen, aderverkalking, rachitis en voorjaarsmoeheid. De stimulatie van de galafscheiding kan een licht cholesterolverlagend effect hebben. In dit opzicht is de berk, zoals hij hier aan de rand van het museumterrein groeit, zowel een vloek als een zegen.