Ik ZIE: "Het eindpunt van een wandelroute en de overgang naar de parkeerplaats bij het Geestmoorplatform: vanaf hier kun je gemakkelijk libellen observeren. Onderweg van het Emsland Moormuseum naar het platform kijk je uit over de heideherstelgebieden van het natuurreservaat. Moor libellen en Geestmoor
Het 260 hectare grote natuurreservaat Geestmoor strekt zich uit van het Emsland Moormuseum tot het Dalum-Wietmarscher Moor in het zuiden aan beide zijden van de snelweg. Grote delen ervan zijn in het kader van het Emslandplan op industriële wijze afgegraven en tot landbouwgrond omgevormd. Enkele hoogveengebieden zijn bewaard gebleven of worden gerenatureerd.
Een bijzonder kenmerk voor wandelaars is de nevenschikking van verschillende bijna-natuurlijke biotopen: voorbij de snelweg zijn enkele hoogveengraslanden met kleine verkavelingsstructuren bewaard gebleven. Het centrale gebied wordt ingenomen door vernatte gebieden en vooral het hoogveengebied in het zuiden heeft een zogenaamde "intacte huid". Dit betekent dat het nooit is ontwaterd en dat de witte veenlagen nog intact zijn. Dit vertegenwoordigt een zeer positief potentieel voor de herkolonisatie van het gebied voor regeneratie.
Een klein pad leidt van de parkeerplaats naar het uitkijkplatform, dat een fantastisch uitzicht biedt op deze waardevolle habitat. Een informatiebord van het Emsland Moormuseum geeft ook uitleg over het historische gebruik van de heide. Vanaf de parkeerplaats, die aan de weg ligt (pas op voor het verkeer), worden natuurliefhebbers verrast door nog een bijzonderheid: het verhoogde veenprofiel visualiseert de ontwikkeling van de veenlagen in het Bourtanger Moor in het entreegebied van het Emsland Moormuseum. Het ontginningspunt ligt op de weg - als landschapskenmerk of zogenaamde geotoop verklaart het de geschiedenis van de aarde. Alle stadia van de veenontwikkeling zijn duidelijk te herkennen.
Tijdens een wandeling door het beschermde gebied kunnen bezoekers veel typische veenbewoners ontdekken die zijn teruggekeerd in de bijna-natuurlijke hoogveengebieden en vernattingsgebieden. Naast de heikikker zijn er andere watergebonden veendieren: de typische veenjuffers vinden hier bijvoorbeeld gunstige omstandigheden om eieren te leggen. In het kader van het in kaart brengen van het natuurpark zijn hier zeldzame soorten gevonden, zoals verschillende soorten moslibel (Leucorrhinia spec.). De mannetjes hebben rode banden op hun zwarte buik en opvallende witte gezichten. Ze vliegen op warme, zonnige dagen over de heidevelden van Geestmoor. De kleine moslibel (Leukorrhinia dubia) kan in massa's verschijnen in de vroege zomer. Op warme dagen zit de grote moslibel (Leukorrhinia pectoralis) graag op de witte vruchtstengels van het katoengras, omdat deze de warmte van de zon nog meer reflecteren. Ze strijken ook graag neer op de witte of lichtgekleurde kleding van menselijke bezoekers - een geweldige kans om de dieren van dichtbij te observeren.