In de wintertijd hebben de meeste planten in onze tijdzone een rustpauze ingelast: de loofbomen hebben in de herfst hun bladeren laten vallen en de altijd-groene dennenbomen passen hun stofwisseling aan om geen energie te verliezen. Tijdens een wandeling over het bevroren veen kun je zien dat de veenmossen onder het ijs echter mooi groen blijven. Ze zijn goed herkenbaar onder die dikke ijslaag, te midden van de vergeelde stengels van het wollegras. De veenmossen gunnen zich geen groeipauze en groeit ook in de winter gewoon door, maar dan veel langzamer. Meteen bij de eerste zonnestralen in de lente zijn ze weer mooi aanwezig. Met name de veenmossen, die overal ter wereld in regenachtige en koele regio's groeien, kunnen temperaturen aan tot heuse -80°C. Hoe dat kan wordt onderzocht door wetenschappelijke Canadese onderzoekers. Tijdens hun studie aan de Universiteit van Canterbury, onderzoeken zij Arctisch veenmos, die ze uit dikke ijslagen hebben geborgen en langzaam laten ontdooien. Hiermee is het hun gelukt om een mossoort van meer als 1750 jaren oud, weer te "reanimeren". De wetenschappers legden uit dat het mos jarenlang in het ijs heeft kunnen overleven door de stofwisseling te minimaliseren. Echter was dit de langste tijd, welke bekend is, wat een mossoort moest overleven. Tot nu toe hebben wetenschappers alleen kunnen aantonen dat planten na 20 jaar onder een constante ijslaag weer konden floreren. De genoemde studie ging puur over arctische mossen - onze inheemse veenmossen hebben het, ondanks het aanhoudende winterweer, veel beter voor elkaar: dankzij hun aanpassingen zijn ze in staat om in het veen optimaal te groeien.