Libellen zijn met hun vliesdunne vleugels en metalig glanzende kleuren fascinerende insecten. Buiten dat zijn het ware vliegkunstenaars. Ze kunnen hun beide vleugelparen los van elkaar bewegen en hun vliegspieren zijn uitstekend ontwikkeld. Dat stelt hen in staat om plotsklaps van richting te veranderen en spectaculaire vliegmanoeuvres te volvoeren. Ze bereiken topsnelheden van maar liefst vijftig kilometer per uur en ze kunnen midden in de lucht stil blijven hangen. Beekjuffers kunnen zelfs achteruit vliegen!
Zijn libellen gevaarlijk? Veel mensen denken dat libellen kunnen steken en zijn er erg bang voor. Volstrekt onterecht: Libellen hebben niet eens een angel en zijn voor mensen compleet ongevaarlijk. Maar voor hun prooidieren zijn ze dat niet. Zowel de larven, die nog in het water leven, als de volwassen libellen zijn jagers. Hun voorpoten zijn uitgerust met kleine stijve haartjes (doornen), waarmee ze hun prooi tijdens de vlucht kunnen grijpen. Wat mensen aanzien voor een angel zijn de achterlijfsaanhangsels van het mannetje. Die tangachtige constructie dient om het vrouwtje tijdens de paring vast te kunnen houden. Bij het paren pakt het mannetje het wijfje achter de kop beet. Ze vliegen als tandem door. Bij het paren zelf buigen ze hun achterlijf beiden naar voren, waardoor een vorm ontstaat die bekend is onder de naam paringswiel. Sommige libellen doen dat al vliegend, andere zoeken daarvoor een stabiele ondergrond. Er zijn libellen waar mannetje en vrouwtje een tandem blijven, ook tijdens het leggen van de eieren. Het mannetje kan zo zijn partner beter beschermen tegen aanvallen van rivaliserende concurrenten – andere libellenmannetjes houden de situatie vanaf een afstandje in de gaten of patrouilleren langs de waterkant. De vrouwtjes hebben een legboor om gaatjes in oeverplanten te maken en leggen daar hun eieren in. Anderen vliegen alleen of als tandem over het wateroppervlak en strooien hun eitjes uit over de waterplanten door met hun achterlijf telkens even in het water te dippen. Er zijn ook soorten waar de vrouwtjes onder water duiken om hun eitjes in waterplanten te steken. In elk geval is het liefdesspel van libellen uniek in het rijk der insecten en een bijzonder natuurschouwspel.
Tweederde van de ca. tachtig inheemse insectensoorten zijn bedreigd. Een op de vijf is zelfs ten dode opgeschreven. Natuurlijke veenwateren zijn habitat voor zo’n 25 libellensoorten die uitsluitend of bij voorkeur hier leven. Overleven in het zure, donkere veenwater, arm aan voedsel en zuurstof, is geen sinecure en het duurt lang voor de larven uitgroeien tot libellen. Anderzijds hebben de gespecialiseerde soorten een concurrentievoordeel op ‘onaangepaste’ libellensoorten. Het voorkomen van veenspecifieke libellen in het Bourtanger Moor zegt iets over de natuurwaarde en is om die reden een belangrijke indicator voor wat betreft de toestand van de venen in de regio.