Het natuurgebied Geestmoor strekt zich uit over een gebied van 260 ha. en bestaat uit een heterogeen mozaïek van meerdere kleine biotooptypen. Daaronder behoren ook veentypische biotooptype die gebruikt worden voor de landbouw. In het westen van het gebied is een samenhangend hoogveencomplex bovenop een witveenlaag, op deze vochtige bodem ontwikkelen zich dopheide en pijpestro. Door de ecologische en plantsociologische gelijkheid zijn deze soms niet van elkaar te onderscheiden. Aan de noord- en westzijde wordt het gebied door berken en dennen omheind. Grotere samenhangende percelen in het oostelijke deel van het veengebied, worden intensief gebruikt als weidegebieden. In het midden en noorden liggen meerdere percelen die in de beginfase van veengebieden zijn, met hier en daar pioniervegetatie. Daar tussenin zijn smalle en lange berkenbossen. Van de gekarteerde biotooptypen bestaat 65% uit vochtige dopheide, veenbos met berken en dennen en intensief gebruikt weideland. Nieuw ontwikkelde bossen, pijpestroo en houtwallen beslaan circa 8%, 7% en 6% van het totaal.